Binnen doelgroep: Lagere schoolkinderen (6-12j)
Artikeloverzicht

Model van Talentontwikkeling van Kuipers

Het Model van Talentontwikkeling van Kuipers is gebaseerd op wijdverspreide modellen van Gagné (2000, 2004) en Heller (Ziegler & Heller, 2000), maar door de verwoording goed bruikbaar in de begeleiding van begaafde kinderen en jongeren.

Het model geeft inzicht hoe het proces verloopt van aanleg naar succesvolle prestaties. De weg naar succes begint met aanleg. Het is echter geen vanzelfsprekendheid dat aanleg automatisch leidt tot topprestaties.

Model van Talentontwikkeling KuipersEen cognitief begaafd kind heeft een aanleg om goed te leren en leert dus vaak sneller dan andere kinderen. Dat betekent nog niet dat het meteen hoge prestaties levert, dat het excellent presteert, alles foutloos afwerkt en meteen topprestaties haalt. Beschikken over een hoge aanleg is wellicht niet meer dan een voorwaarde om tot hoge prestaties te komen.

Leerproces

Tussen beide zit een leerproces, hier vertaald naar kinderen als ‘de overgang van iets niet weten, kennen en kunnen, naar iets wel weten, kennen en kunnen’. Dat leerproces betekent eigenlijk hetzelfde als ‘oefenen, oefenen, oefenen tot je het zonder begeleiding kunt’. Dit leerproces hoort bij elk kind, maar bij begaafde kinderen zien we dit proces niet vaak omdat veel leren vanzelf lijkt te gaan.

De kracht in jezelf

Op het leerproces grijpen twee factoren in: enerzijds omgevingsfactoren (je opvoeding of gezin en familie, je school, en je peers of ontwikkelingsgelijken) en anderzijds persoonlijkheidsfactoren (plichtsbewustzijn, initiatief, verantwoordelijkheid, planning, nauwkeurigheid, doortastendheid, motivatie, enz.). Al deze factoren zijn in een voor kinderen begrijpelijke taal verwoord zodat het model in een gesprek met hen kan worden gebruikt . Andere kinderen kunnen de 'kracht in jezelf', zoals Kuipers de persoonlijkheidsfactoren noemt, ontwikkelen via de reguliere leerstof op school. Deze leerstof is doorgaans nét moeilijk genoeg, bevindt zich in de zone van de naaste ontwikkeling waardoor zij wél leren doorzetten, leren falen, leren inspanningen leveren, leren omgaan met kritiek. Maar voor cognitief begaafde leerlingen is de normale leerstof dermate makkelijk dat ze de 'kracht in jezelf' soms niet ontwikkelen. Daardoor kunnen ze vroeg of laat in de problemen komen. Het belang van uitdagend onderwijs kan niet genoeg benadrukt worden.

Literatuur:

  • Gagné, F. (2000). Transforming Gifts into Talents: The DMGT as a Developmental Theory. In: Colangelo, N., Davis, G.A. (2003). Handbook of Gifted Education.Boston, USA: Pearson Education, Inc.
  • Gagné, F. (2004). Transforming gifts into talents: the DMGT as a developmental theory. High Ability Studies. 15(2). 119-147.
  • Kuipers, J. (2010). De kracht in jezelf. Drachten: Eduforce.
  • Ziegler, A., & Heller, K.A. (2000). Conceptions of giftedness from a meta-theoretical perspective. In Heller, K.A., Mönks, F.J., Sternberg, R.J., & Subotnik, R.F. (Eds.), International handbook of giftedness and talent (pp. 3-21). Oxford: Elsevier Science Ltd.
Thema'sLeermodulesProfessionelenScholen & organisatiesWerkgroepenOndersteuningsbeleid CSFNieuwsbriefOver TALENT